Artikel uit een vaktijdschrift: Beste dokter, help ons echt verder, vertel ook iets over gebarentaal - Jolien Borstlap

Hey heyy,  in dit blogbericht wil ik jullie wat meer vertellen over een column die ik gelezen heb in het Tijdschrift Over Taal. De titel van de column is ‘Beste dokter, help ons echt verder, vertel ook iets over gebarentaal’.


De column is geschreven door Jolien Borstlap. Ze is studente Toegepaste Taalkunde Nederlands, Frans en Vlaamse Gebarentaal aan de KU Leuven in Antwerpen.


Enkele weken na de geboorte worden baby’s onderworpen aan een gehoortest. Als er een diagnose van doofheid gesteld is, geven de artsen duidelijk hun visie: “die doof geboren kinderen hebben een ‘kapot’ gehoor en dat moet gerepareerd worden, met een cochleair implantaat (CI) via een operatieve ingreep.” Om dit wat duidelijker te maken voor jullie: het is een gehoorprothese die geïmplanteerd wordt in het binnenoor. Het CI stuurt spraak en omgevingsgeluiden via elektrische prikkels direct naar de gehoorzenuw. De artsen willen er op die manier voor zorgen dat het kind mondelinge taal verwerft, “want anders kunnen ze later nooit president of chirurg worden.”


Borstlap vraagt zich af waar gebarentaal blijft in dit hele verhaal. Volgens veel artsen is de gesproken taal de beste taal en de enige optie. Ze willen gebarentaal vermijden omdat “ze de mondelinge taalverwerving zou verhinderen.” De auteur haalt hierbij ook het argument aan dat we het alleen maar toejuichen als jonge kinderen meerdere talen kennen op vroege leeftijd, maar dat dit bij dove kinderen niet het geval is.



Gesproken taal is via een CI niet onmiddellijk toegankelijk. Hierdoor “heeft het kind in zijn kritieke periode voor taalontwikkeling geen (volledige) toegang tot taal.” Het kind blijft dus vaak in isolement achter. De structuur van hun brein verandert. Er sterven aanzienlijke hoeveelheden grijze hersencellen, verantwoordelijk voor de verwerking van informatie, af, omdat er geen of te weinig input komt. Daarnaast “wordt de ontwikkeling van neurolinguïstische structuren in het brein verstoord.”


Deze twee aspecten leiden tot het ‘Language Deprivation Syndrome (LDS)’. Hoe uit zich dit? Het kind ontwikkelt onder andere volgende ‘problemen’: taalachterstand, leerstoornissen, cognitieve achterstand en mentale problemen (agressie, depressie ...). Als gebarentaal vanaf het begin aangeboden wordt, heeft het kind geen gebrek aan communicatie, taal en verbinding.


“Hoe moet het dan wel? Het is een ‘en-en-verhaal’ en niet ‘of-of’”. Het kind krijgt een volledig toegankelijke en eerste taal aangeboden. Daarnaast zorgt het CI voor mondelinge taalverwerving. Via deze combinatie worden alle delen van het brein aangesproken, maakt het kind een gezonde ontwikkeling door, kan het kind zich identificeren met de Dovengemeenschap, kan het kind beter mee in onze maatschappij.


Borstlaps besluit: “In het ‘en-en-verhaal’ krijgt het kind alle kansen en kan het later als persoon met een volwaardige basis en gezonde ontwikkeling alle kanten uit. Het is van cruciaal belang dat dokters hiervan doordrongen zijn en alle aspecten toelichten aan de ouders. Zij zijn het eerste en vaak ook het enige contact van ouders met een doof kind net na de diagnose. Het is hun plicht patiënten te helpen en dat doen ze door volledige informatie te geven.”


Ik ben het helemaal eens met de mening van de auteur. Het is verontrustend dat de keuze van een CI (niet in combinatie met gebarentaal) tot zo’n grote problemen kan leiden. Ouders willen alleen maar het beste voor hun kind. Indien ze kiezen voor alleen een CI, maken ze, onbewust, het leven van hun kind veel ingewikkelder. Dit is natuurlijk niet (helemaal) hun fout, want dokters geven hen niet alle informatie. Als ze dat wel zouden doen, weten de ouders dat er meerdere mogelijkheden zijn en dat een combinatie beter is.


Als leerkracht (Nederlands) vind ik het van groot belang dat kinderen een gezonde ontwikkeling doormaken. Ons doel is om ze klaar te stomen voor te kunnen (over)leven in onze maatschappij. Als de ouders (en dokters) al een goed begin maken, gaat dat doel alleen maar gemakkelijker bereikt kunnen worden.


Ik denk dat het niet onrealistisch is om te zeggen dat wij ook slechthorenden in onze klassen gaan hebben. Zij zijn even belangrijk als alle andere leerlingen. We moeten dus ook ons best doen om hun schoolcarrière zo vlot mogelijk te laten verlopen.


Ik zou er, persoonlijk, niets mee inzitten om gebarentaal te leren. Dit kan het leerproces van leerlingen alleen maar ten goede komen. Communicatie kan veel vlotter verlopen. Ook is het voor het kind volgens mij veel aangenamer als iemand ‘zijn taal’ kan spreken. Ik weet niet of het haalbaar is om al je lessen helemaal in het Nederlands en in gebarentaal te geven, maar het kan wel een ondersteuning bieden.


En jij? Zou jij gebarentaal willen leren om leerlingen vooruit te helpen?


Eline


Klik hier om naar het artikel te gaan.


TijdschriftOverTaal. (2023, september 12). [Column] Beste dokter, help ons echt verder, vertel ook iets over gebarentaal. Tijdschrift Over taal. https://overtaal.be/2023/09/dokter-fove-baby-gebarentaal/


Reacties

Populaire posts van deze blog

Boek 3: Verdriet met mayonaise - Carry Slee

Reacties op blogberichten

Mediaknipsel 2: “Geen bewijs dat taalbad werkt”, zegt expert over voorstel van Demir. Hoe kunnen we kenniskloof bij kleuters dan wél dichten?